maandag 11 februari 2013

Carnaval

Zoals jullie misschien wel weten heb ik niets met carnaval. Ik heb me dan ook een aantal jaren geleden al ernstig zorgen gemaakt over hoe dat dan zou zijn als we ooit in Brabant gingen wonen. Het kwam mij in eerste instantie wel goed uit dat ons huis in Dordrecht maar niet verkocht werd. Ik vond het prima om boven de rivieren te blijven. Maar goed, uiteindelijk werd het huis toch verkocht en vertrokken we naar het Brabantse land. Daar wonen we alweer een half jaar met veel plezier. Ik moet dus meteen mijn initiele voorbehoud hier rechtzetten. Het is prima wonen in Brabant.

Maar ja, hoe zou dat gaan als het carnavalsgeweld eenmaal losbarstte? Eerlijk gezegd heb ik nauwelijks iets van carnaval gemerkt. Vrijdag liepen er een paar verklede kindjes op straat voor het schoolcarnaval, een voorproefje voor de vakantie. Op zaterdag heb ik welgeteld 1 overvolle bus met feestgangers gezien en een paar zotten in verkleedpakjes op de fiets. Gisteren en vandaag nog niets van carnaval meegekregen. Nou ja, behalve op het nieuws dan waar de burgemeester van Maastricht vooral een veilig carnaval bepleitte. En er zijn een paar winkels dicht waar ik toch al nooit kwam, dus wat maakt het uit?

Mijn conclusie is dan ook dat ik niets met het carnaval te maken hoef te hebben als ik het niet zelf opzoek, een geruststellende gedachte. Ik geloof dat ik met deze gewaarwording dan toch echt geland ben in het Brabantse. Ik blijf een jongen van boven de rivieren en dat schijnen ze hier wel best te vinden, ieder zijn ding.

Overigens is voor de meeste mensen het religieuze kantje van carnaval allang verleden tijd. Natuurlijk zijn er nog een paar trouwe kerkgangers die op de woensdag na carnaval voor het askruisje naar de parochie zullen gaan, maar voor de meeste mensen is het vooral een feest van gek doen en zuipen. Religie heeft daar helemaal niets mee te maken. Ook de sobere tijd die op het carnaval volgt, gaat aan de meesten totaal voorbij. Eigenlijk was dat de bedoeling van het feest. De voorraden zoveel mogelijk opmaken in een feestelijke stemming, voordat de sobere tijd voor Pasen begon. De 40 dagen voor Pasen zijn een voorbereiding op het lijden en sterven van Christus. Het is de tijd bij uitstek voor vernieuwde bewustwording over hoe je in het leven staat. Een tijd waarin het allemaal wel een beetje minder mag. Minder gericht op het zelf en meer gericht op de ander. Tijd voor meditatie en contemplatie (geestelijke overpeinzingen en bespiegelingen). Om dan vervolgens uit te komen bij Pasen, de verrijzenis van Christus uit het graf waarmee ons de verlossing van zonden en de verzoening met God worden aangezegd. Het leven mag weer ten volle geleefd en beleefd worden, dat is pas carnaval.