dinsdag 29 april 2014

Optimistisch

'Ben je nu nog steeds chagrijnig?' Van diverse kanten is mij dat gevraagd in de afgelopen periode. Kennelijk zijn er werkelijk lezers voor mijn blog te vinden. En ze vinden het nog jammer ook dat ik al een paar maanden niets meer van me heb laten horen. Nou ja, dan moet ik er maar weer eens aan geloven. Een medeblogger heeft immers ook na een half jaar radiostilte de draad weer opgepakt. Eens zien of de vragers in de gaten hebben dat er plotseling een andere titel in beeld is.
Zij hebben natuurlijk wel gelijk dat ze teleurgesteld zijn in de titel 'Chagrijnig.' Het lijkt net op een chagrijnig afscheid. Vandaar deze keer de titel 'Optimistisch.' Mocht ik de komende maanden niet veel te melden hebben, dan is de laatste blog in ieder geval positief getiteld.
Misschien heeft het wel met een soort winterdip te maken. Ik heb niet het gevoel dat ik aan sterke stemmingswisselingen lijdt, maar ik herinner me wel dat gedurende mijn middelbare schooltijd het februarirapport altijd het slechtst was. Op zeker moment presteerde ik het om voor mijn zeven hoofdvakken vijf vijven en twee vieren te scoren. Toch ben ik dat jaar gewoon, weliswaar met de hakken over de sloot, maar toch, overgegaan naar het volgende leerjaar.
Inmiddels is het voorjaar aangebroken, zelfs groener dan andere jaren lees ik in de blog van Joanne en kijken de meeste mensen weer iets vrolijker uit hun ogen. Zo ook ik kennelijk.

Ik heb van mezelf het gevoel dat ik van nature in principe een optimistisch mens ben. Een dipje hier en daar doet daar niets aan af. Meestal ben ik op zoek naar het goede en positieve in mensen en zaken die op mijn pad komen. Hoewel ik momenteel niet zo blij ben met enkele beslissingen die op het hoofdkantoor van de kerk genomen zijn (volgens mij zijn enkele mensen het contact met de realiteit volledig kwijtgeraakt daar), ben ik wel trots op mijn kerk in Nederland die het aandurft een tegengeluid te laten horen. Waar internationaal wordt gesuggereerd dat we mensen die niet voldoen aan het hoge ideaal dat de kerk stelt (op grond van Bijbelteksten) maar uitgeschreven moeten worden als lid. In Nederland doen we daar niet aan mee. Ook hier willen we streven naar een hoge standaard, maar wel in het volle besef dat de wereld waarin we leven nu eenmaal niet ideaal is. Het is mij dan ook een genoegen dat mijn kerk hier een menselijker geluid laat horen dan internationaal het geval is. De kerk als veilige plek voor iedereen klinkt mij als muziek in de oren. Gezien de honderden positieve reacties op het Nederlandse standpunt uit de internationale gemeenschap zijn er over de wereld nog veel meer individuen die wel oog blijven houden voor de menselijke kant van de zaak. Ik ben dan ook optimistisch over mijn kerk in Nederland en blijf hopen dat er ook internationaal in de toekomst meer oog voor de mens zal zijn dan voor strenge regels.

Vorige week heb ik mijn aandeel voor een nieuw uit te geven boek afgerond, een hoofdstuk van 7000 woorden over 'Rentmeesterschap en de sabbat.' Ik vond het wat hoor die 7000 woorden. Het leek wel of er geen eind aan kwam. Waarschijnlijk zal collega Reinder Bruinsma heel hard lachen als hij dit leest. Voor hem zijn 7000 woorden een leuke inleiding op een nieuw boek, maar voor mij was het behoorlijk zweten. Toch heb ik zelf het idee dat het aardig gelukt is om een goed leesbaar hoofdstuk te produceren. Hopelijk denken de redactieleden er ook zo over.

Ik ben ook trots op het officiƫle kerkblad van de kerk in Nederland. Ik moet toegeven dat ik mijn bedenkingen had bij het digitaal gaan van het blad. Ik vind het namelijk veel prettiger om iets in handen te hebben. Toch is @vent, het digitale zusje (of broertje?) van 'Advent', de moeite waard om te lezen en te bekijken. Ook 'Advent', dat nu nog maar vier keer per jaar in gedrukte vorm uitkomt, heeft een metamorfose ondergaan. Ik moet de redactie dan ook een groot compliment maken voor de ontwikkelingen en ik hoop dat de huidige koers kan worden vastgehouden.

Er lopen diverse afspraken voor programma's in de lokale gemeenten die ik bedien en voor landelijke dagen. Ik ben optimistisch over de kerk. Als het een plek is waar wij met elkaar een bijdrage blijven leveren door de inzet van onze tijd, talenten en financiƫle middelen en waar wij met elkaar willen blijven groeien in ons geloof en onze zorg voor elkaar en onze leefomgeving, dan is dat een kerk waar ik, ondanks internationale zorgen, graag bij wil horen en trots op ben.