dinsdag 5 mei 2015

Even onder de radar

We hebben genoten van een korte vakantie in Wateren, Drenthe. Ondanks de slechte weersvoorspellingen viel het achteraf reuze mee en hebben we best aardig weer gehad. Heerlijk om, al is het maar voor een paar dagen, de computer en de telefoon uit te laten. Even van de radar af. Tegenwoordig ontvang ik dagelijks een stuk of 50 mails, dus ik ben benieuwd wat ik aantref als ik morgen weer naar kantoor ga.

Ik merk ook dat mensen soms een beetje ongeduldig worden als ze niet meteen antwoord krijgen. Ze proberen het dan via de telefoon in de veronderstelling dat die wel beantwoord zal worden. Precies om die reden gebruiken wij een speciale vakantietelefoon, waarvan alleen een select groepje mensen het nummer kent. Verder laten we het werk even voor wat het is en komen helemaal tot rust.

In Frederiksoord bezochten we museum 'De Koloniehof'. Hier wordt de geschiedenis van de Drentse koloniën uit de doeken gedaan. In de negentiende eeuw startte een zekere Jeroen van den Bosch de zogenaamde 'maatschappij van weldadigheid.' Het was de bedoeling om arme mensen uit het westen van Nederland naar Drenthe te halen en hen daar een betere toekomst te bieden. Er werd gezorgd voor werkgelegenheid, huisvesting en scholing. Er waren wel een paar voorwaarden. Je moest arm zijn, een gezin hebben met kinderen die naast hun scholing ook aan het werk konden, en je moest je uiteraard houden aan de regels van de 'maatschappij van weldadigheid.'

Dat het niet alleen maar weldadig was, bleek al snel. Gezinnen die niet aan alle voorwaarden voldeden kwamen of niet in aanmerking, werden uit elkaar gerukt om wel aan de voorwaarden te voldoen, of juist aangevuld vanwege dezelfde reden. Al snel werd het eerste gesticht voor weduwen en wezen opgericht. Vaak verbleven hier kinderen die helemaal geen wees waren, maar gewoon bij vader en moeder waren weggehaald. Bedelaars en landlopers liepen ook een groot risico om in een gesticht terecht te komen. Deze gestichten werden gebouwd in Veenhuizen en waren bedoeld ter opvoeding.
\
Al snel werd Veenhuizen een gesloten gevangenisdorp waar je alleen maar in kwam als je daar werkte en woonde, een situatie die tot bijna het einde van de twintigste eeuw heeft bestaan. Nu zijn alle gevangenissen in Veenhuizen gesloten, tot verdriet van veel inwoners die daar hun broodwinning in vonden. Een aantal van de gebouwen staat op de lijst van UNESCO en is wereld erfgoed. Nu is in een van de oude gestichten het gevangenismuseum gevestigd. Een interessant museum met een combinatie van oude en nieuwe rechtspraak, oude en nieuwe gevangenisgebruiken en de vele veranderingen die het gevangeniswezen in de loop van de jaren heeft doorgemaakt.We bezochten het museum en hebben daar geen spijt van.

In Zuidlaren bezochten we een interessant en vooral kunstig zandsculpturenfestival. De mooiste figuren staan er afgebeeld en verbeelden een overzicht van de geschiedenis van de noordelijke provincies. Van legenden, zoals over de reuzen Ellert en Brammert, tot aan de spoorlijn van Westerbork. Bijzonder dat kunstenaars zulke mooie figuren uit zand kunnen maken.

Gisteren heb ik een flinke wandeling gemaakt van zo'n 35 kilometer. Sinds ik op kantoor werk, blijft het wandelen er een beetje bij. Dat is niet goed, want komende zomer hoop ik samen met Patrick weer de vierdaagse te lopen. Ik merkte gisteren dat een beetje extra training geen overbodige luxe is. Het ging op zich allemaal wel prima, maar aan het einde van de dag was ik behoorlijk moe. Toch zal er straks weer vier keer vijftig kilometer gelopen moeten worden.

Vandaag nog genieten van een rustige dag thuis en vanaf morgen mag er weer gewerkt worden. Ook dat is goed, want een tijdje lui doen en lekker ontspannen is prima, maar hard werken is ook niet verkeerd, zeker niet als het werk is dat je (meestal) bevalt. En dan maar eens zien hoeveel mails er op beantwoording wachten.


vrijdag 24 april 2015

DE KERK DAT ZIJN WE SAMEN; VAN GEMEENTEPREDIKANT NAAR UNIESECRETARIS

Inmiddels heb ik een paar maanden mogen proeven van het werken op het Landelijk Kantoor. Dat was een flinke overgang, kan ik u ver­ze­ke­ren. Met meerdere gemeenten onder hun hoede zijn de meeste pre­di­kan­ten wel gewend om re­gel­ma­tig te ver­ga­de­ren en diverse com­mis­sies en ac­ti­vi­tei­ten om handen te hebben. Zij zijn ook gewend om keihard te werken voor de kerk en moeten re­gel­ma­tig diverse ballen in de lucht houden.
KEUZES MAKEN IS HAAST ON­VER­MIJ­DE­LIJK
Op kantoor wordt niet alleen vergaderd, maar het beleid en de plannen die uit die ver­ga­de­rin­gen komen, moet ook worden omgezet naar de praktijk. Ik werk te midden van collega’s die hun uiterste best doen om de missie van de kerk uit te dragen. Het is mooi om te zien dat het Landelijk Kantoor fungeert als een soort bijenkorf waar heel hard gewerkt en gebroed wordt.
VOLLE AGENDA’S
Aan de ac­ti­vi­tei­ten­ka­len­der is wel te zien dat alle me­de­wer­kers proberen hun bijdrage te leveren in het toerusten en toewijden van de leden aan hun taken. Soms is de kalender zo vol dat u als lid weleens moppert over de hoe­veel­heid ac­ti­vi­tei­ten die wordt aan­ge­bo­den. Toch willen we hier niet mee stoppen, omdat we geloven dat een goed toe­ge­rus­te achterban zal zorgen voor een nog betere kerk. Het is dan ook aan u welke ac­ti­vi­tei­ten u wel wilt bijwonen en welke niet. Keuzes maken is haast on­ver­mij­de­lijk.
ER IS NU EEN DIRECTERE LIJN NAAR HET LANDELIJK KANTOOR
Re­cen­te­lijk is een start gemaakt met een nieuwe vorm van de dis­tric­ten in het land. In plaats van vijf dis­tric­ten zijn er sinds 1 maart nog maar twee. Momenteel wordt aan deze dis­tric­ten in nieuwe stijl vorm­ge­ge­ven. De dis­tricts­voor­zit­ters hebben hun besturen ge­for­meerd en zijn aan de slag gegaan. Doordat de dis­tricts­voor­zit­ters een directe lijn naar het Landelijk Kantoor hebben, wordt ook de mo­ge­lijk­heid gecreëerd het Landelijk Kantoor (nog) dichter bij de gemeenten te brengen. Met elkaar blijven we eraan werken om Gods gemeente te laten groeien en bloeien.
SAMEN
U als lid bent hard nodig in het proces van ont­wik­ke­ling, evenals de pre­di­kan­ten, de be­stuur­ders en het hele apparaat. Ook in de kerk ontkomen we niet aan re­gel­ge­ving, pa­pier­werk, over­leg­struc­tu­ren, wetten en pro­to­col­len. Dat geldt zowel voor maat­schap­pe­lij­ke- als ker­ke­lij­ke re­gel­ge­ving. Ik doe mijn best om me een aantal van die zaken eigen te maken, schrijf mijn verslagen en notulen en tus­sen­door ook nog deze blog.
DE KERK ZIJN WE MET ZIJN ALLEN

Mijn taak is flink veranderd, maar ik doe mijn werk als Algemeen Se­cre­ta­ris met evenveel plezier als voorheen mijn ge­meen­te­werk. Ik hoop dan ook dat ik in deze functie de kerk op een goede manier kan dienen en tegelijk per­soon­lijk ook verder zal groeien. Hoe dan ook: de kerk zijn we met zijn allen en met elkaar blijven we voortgaan onder de leiding van onze Heer. Hij leidt zijn kerk en helpt ons vooruit op de weg naar zijn rijk.

vrijdag 2 januari 2015

Nieuw jaar, nieuwe kansen

De feestdagen liggen weer achter ons. Gezond eten hadden we even vergeten en het wordt hoog tijd om de overtollige kilo's weer weg te werken. Of dat ook binnen afzienbare tijd gaat lukken is altijd maar de vraag. Zeker nu ik vaker in de auto en achter een bureau zal zitten en de mogelijkheden om een wandeldag in te lassen, drastisch worden uitgedund.

Op nieuwjaarsdag was het precies 25 jaar geleden dat ik voor de kerk ging werken. Al die jaren heb ik dat gedaan als gemeentepredikant, meestal met veel plezier. Nog steeds heb ik warme herinneringen aan Leeuwarden waar ik mocht beginnen als predikant. Zo groen als gras, een 'jonkje' nog, zoals ze in Fryslân zeggen. Een mooie tijd waar ik veel mocht leren, evenals in de gemeente Meppel die een aantal maanden later aan mijn werkterrein werd toegevoegd. In de zomer van 1999 verhuisden wij van Leeuwarden naar Dordrecht. Van tevoren hadden wij gehoopt bij een overplaatsing niet in het westen van het land terecht te komen, veel te druk. Dertien jaar hebben we in Dordrecht gewoond en wat een mooie tijd was het. In die tijd mocht ik de predikant zijn van Rotterdam-Noord, Spijkenisse, Schiedam, Maassluis en Breda. Niet allemaal tegelijk overigens. Gemeenten met een heel andere cultuur dan de gemeenten in het noorden. Een prima leerschool. Het heeft me zelfs nog een reis naar Suriname opgeleverd, fantastisch. Vervolgens werd ik predikant van Tilburg, Eindhoven en Nijmegen, vanuit Dordrecht. Na enkele jaren werd Nijmegen ingeruild voor Heerlen en op dit moment heb ik alleen nog Eindhoven en Heerlen onder mijn hoede. Inmiddels wonen we enkele jaren in Veldhoven en hebben daar helemaal onze draai gevonden.

Vaak gaan de dingen in het leven niet helemaal zoals je denkt dat ze zullen gaan. Na een gewenningsperiode in het zuiden van Nederland voelen we ons daar erg op onze plaats en we dachten hier de komende jaren rustig te kunnen blijven zitten. Er werd echter anders beschikt. Openvallende plaatsen op het uniekantoor zijn de boosdoeners. En zo kon het gebeuren dat ik enige tijd geleden gevraagd werd om algemeen secretaris te worden op het landelijk kantoor van de kerk. Daar denk je uiteraard over na, je bespreekt het thuis en uiteindelijk hebben we besloten dat wellicht de tijd gekomen is om 'ja' te zeggen tegen deze functie. Ik weet niet precies wat me (ons) te wachten staat. Misschien wil ik over een poosje gillend terug naar de gemeente, misschien (en dat hoop ik maar) ga ik deze nieuwe uitdaging erg leuk vinden.

Het is niet lichtvaardig dat ik uit de gemeente stap. Gelukkig voor mij vinden de meeste gemeenteleden het ook niet zo leuk dat ik vertrek. Kennelijk heb ik hier en daar toch wel een aardige indruk achtergelaten. Ik zal het gemeentewerk missen, maar ik zal ook met groot enthousiasme aan mijn nieuwe taak beginnen. Ik ben bijzonder dankbaar voor het werk dat mijn voorganger al heeft verzet op dit departement. Hierdoor kan ik hopelijk een vliegende start maken. Hij zal op zijn beurt zeker zijn draai kunnen vinden binnen het jeugddepartement.

Wat mij betreft is 2015 in ieder geval het jaar van verandering. Laten we hopen en bidden dat we niet alleen persoonlijk, maar ook als kerk altijd open zullen blijven staan voor verandering. Respect en waardering voor elkaar zijn termen die de voorzitter al in de mond nam in zijn nieuwjaarstoespraak. Het lijken mij belangrijke zaken. Tevens is het mijn vurige hoop dat deze waarden ook in de internationale kerk fier overeind zullen blijven staan en dat ook daar openheid voor verandering omarmd zal worden. Komende zomer zal duidelijk worden welke koers de kerk in de komende vijf jaar wil varen. Ik doe mijn best optimistisch te blijven.