maandag 15 oktober 2012

Spelen met je leven?

Kennelijk hebben miljoenen mensen naar de televisie gekeken om een wit stipje door de ruimte te zien storten. Een zekere meneer Baumgartner wilde voor de wetenschap een soort dodensprong maken om te bewijzen dat je van grote hoogte kunt springen en toch overleven of zoiets? Jaren van training gingen eraan vooraf. Vanaf 39 kilometer hoogte sprong hij uit een capsule om met 1110 kilometer per uur door de geluidsbarriere te knallen. Een klein scheurtje in zijn pak, een luchtgaatje in zijn helm, het had hem fataal kunnen worden. Gelukkig heeft hij het avontuur overleefd en mag hij zich recordhouder noemen. Nog nooit sprong een mens van zo'n hoogte met een parachute uit een capsule, nog nooit viel een mens zo hard naar beneden en dan was er nog iets dat ik alweer kwijt ben.

Wat bezielt mensen om dit soort dingen te doen. Er zit deze keer weliswaar een wetenschappelijk tintje aan, maar toch. Thuis zitten mensen in angst voor wat er allemaal kan gebeuren. Waarom springt iemand van een brug aan een elastiek? Waarom duikt iemand van 30 meter hoog in een oplaasbadje? Waarom gaat iemand in zijn zwembroek in een ijsblok zitten?
Ik moet er werkelijk niet aan denken om dit soort dingen te ondernemen. Met een gondel aan een berg hangen vind ik al behoorlijk avontuurlijk, evenals de Python in de Efteling.

Laat mij maar af en toe een flinke wandeling maken of ergens lekker in de bergen struinen, daar voel ik me goed bij. Soms vraag je je af waar de wetenschap ophoudt en het avontuur het overneemt. Want willen we al die dingen die onderzocht worden echt weten? Is het belangrijk? Worden we er betere mensen van? Helpt het om de wereld een betere plek te maken?
Ongetwijfeld zijn er mensen die het fantastisch vinden om al die in mijn ogen 'rare dingen' te onderzoeken, maar ik zie het nut er meestal niet van in.

Afgelopen Sabbat hadden we in de kerk een programma over Relaties. Hoe ga je met elkaar om. Wat doe je wel en wat doe je niet? Hoe verdiep je een relatie en is luisteren echt zo makkelijk als het lijkt? Dat soort vragen voegt bij mij wel iets toe. Hoe gaan we met elkaar om? Hoe staan we in het leven? Niet veroordelen maar elkaar ondersteunen. Samen optrekken in liefde. Teambuilding. Daar word ik blij van.

woensdag 3 oktober 2012

Congres in aantocht

Het is duidelijk te merken dat de periode van vijf jaar bijna voorbij is voor het landelijke kerkbestuur. Er worden vergaderingen gepland, dikke documenten verstuurd met daarin allerlei verslagen en antwoorden op vragen. Afgevaardigden komen bijeen om met elkaar naar die antwoorden te kijken, nieuwe vragen op te stellen, mensen voor te stellen voor beleids - en benoemingscommissies.
De mensen op het hoofdkantoor zijn iets nerveuzer dan normaal. Logisch want het is een flinke organisatie om verantwoording af te leggen over vijf jaar en tevens een richting mee te geven voor de komende vijf jaar, een locatie te vinden om met een kleine 200 mensen in te vergaderen voor twee of drie dagen en natuurlijk af te wachten of je na het congres nog steeds in dezelfde functie terugkeert.

Eerlijk gezegd ben ik geen fan van dit soort congressen. Soms is het saai, een enkele keer ronduit onaangenaam. Gelukkig blijkt na ieder congres dat zaken toch weer op hun pootjes terechtkomen en keert de rust weer terug.

Eigenlijk een bijzonder fenomeen zo'n congres. Ik begrijp dat er verantwoording afgelegd moet worden, maar het lijkt mij dat de meeste tijd zou moeten liggen in het vooruitkijken naar de toekomst. Het lijkt er echter op dat hier en daar afgevaardigden ervoor kiezen om steeds maar weer achterom te kijken en soms zelf oude koeien uit de sloot vissen. Hopelijk blijkt het dit jaar mogelijk om toch vooral positief ons op de toekomst te richten.

Ook het leiden van een kerkgemeenschap blijft uiteindelijk mensenwerk. Daar gaat weleens iets mis, op landelijk niveau net zo goed als op lokaal niveau. Meestal kijk je elkaar dan eens boos aan en je gaat weer verder. Fouten maken hoort bij het leven. Maar het zou niet goed zijn als we daarin bleven hangen. Er gaat namelijk ook heel veel goed. Misschien moeten we daar eens wat meer aandacht aan geven. Dankbaar zijn voor de zegeningen die we als mens en als kerkgemeenschap ervaren. Wanneer we ons daarop richten, zal een congres als het komende in een positieve en opbouwende sfeer verlopen. Laten we niet vergeten dat er gelukkig meestal veel meer goed gaat dan fout.

Het is dan ook op zijn plaats om dank uit te spreken voor de vele uren die mensen investeren om de kerk vooruit te helpen. Dat geldt voor de mensen op het landelijk kantoor maar ook voor al die vrijwilligers in de lokale gemeenten. Zonder deze mensen zou de kerk niet kunnen bestaan. Ook in mijn eigen gemeenten zou ik niet kunnen functioneren zonder de hulp van al deze mensen. Dank dat jullie je willen inzetten voor de kerkgemeenschap en zo helpen bouwen, op weg naar een mooie toekomst.

Positiviteit, liefde, gemeenschapszin, betrokkenheid, respect en veiligheid zijn woorden die op elke kerkgemeenschap van toepassing moeten zijn. Een pluriforme gemeenschap waar we toch eenheid ervaren. Tel je zegeningen zou ik zeggen.