woensdag 28 augustus 2013

Lekkerbekken

Bij het lezen van enkele blogs van collega Reinder Bruinsma werd mijn aandacht getrokken door een paar boektitels die hij opgaf. Zo gaf hij blijk enthousiast te worden van een boek van Hans Buddingh, De geschiedenis van Suriname. Daarnaast wekte hij mijn interesse met diverse titels van de hand van Frank Westerman, allemaal met een geschiedkundige inslag.

Ik ben altijd al wel enigszins geïnteresseerd geweest in geschiedenis, maar naarmate ik ouder wordt lijkt die interesse te groeien. Toen ik dan ook de titels las in de blog van Bruinsma ben ik meteen maar eens op zoek gegaan bij de bibliotheek hier in de buurt en heb De graanrepubliek, El negro en ik en Ingenieurs van de ziel voor de komende weken geleend.

De graanrepubliek heb ik al bijna uit. Westerman heeft een manier van schrijven die geschiedenis erg toegankelijk maakt. Ik heb dat ook met de stijl van Geert Mak. Het leest prettig en bij tijd en wijle wordt je haast het verhaal ingezogen. De graanrepubliek behandelt vooral de situatie in Oost Groningen en hoe die in een eeuw tijd drastisch veranderd is. Hoe het communisme tot ruim in de jaren negentig van de vorige eeuw hoogtij vierde. Hoe de boeren worden gestimuleerd om toch vooral graan te blijven produceren en er vervolgens achter komen dat met het openstellen van de markt de graanprijs haast tot onder de kostprijs zakt. Hoe er grootse plannen ontstaan om kanalen te graven en een sluis aan te leggen en dit plan onder druk van natuurverenigingen uiteindelijk in de prullenbak verdwijnt, maar er wel al ettelijke miljoenen zijn uitgegeven omdat de aanleg al begonnen was. Hoe het gebied van achtergesteld gebied, economisch gezien, hoopt op koeien met gouden horens als er een enorme gasbel wordt ontdekt onder het Groninger land. (Inmiddels weten we dat de Groningse bevolking hier niets wijzer van is geworden en er zelfs last van heeft nu de aarde zakt en trilt met het verder leegzuigen van de bel). Hoe de Groninger boeren tegen de haren ingestreken worden door hen subsidies te bieden voor het braak laten liggen van hun landerijen (en ze dus gedemotiveerd worden om graan te verbouwen) en hen uiteindelijk die landerijen helemaal af te pakken door ze onder water te zetten. Een fascinerend stukje Nederlandse geschiedenis dat mij grotendeels onbekend was. Ik wist niet dat het communisme met name in Groningen voet aan de grond had gekregen en dat er juist in Oost Groningen relatief veel NSB'ers actief waren in de oorlog. Het heeft voor een groot deel te maken met de levensinstelling en de economische situatie en vooruitzichten in het gebied.

Ik ben inmiddels zeer nieuwsgierig geworden naar de andere titels van Westerman die ik nog een paar weken in mijn bezit mag houden. Aangezien ik nog een stapeltje boekenbonnen op mijn bureau heb liggen, denk ik dat er nog wel een paar andere wensen ook vervuld kunnen worden. De geschiedenis van Suriname staat zeker op mijn lijstje, maar ook het lijvige Vincent van Gogh, de biografie (Steven Naifeh en Gregory White Smith) en het pas verschenen boek De tweede wereldoorlog (Anthony Beevor), ook niet de dunste. Dat wordt lekkerbekken de komende tijd. Met dank aan Bruinsma voor het bekendmaken van voor mij tot nu toe onbekende namen als Westerman en Buddingh.

maandag 12 augustus 2013

Wandelen en lezen

Vrees niet, er wordt ook gewerkt, maar daar wil ik het deze keer niet over hebben. Heb je na de 4daagse nog niet genoeg gewandeld, hoor ik weleens zo hier en daar? Het antwoord is: "Nee." Ik hou van wandelen en wanneer de mogelijkheid zich voordoet probeer ik die aan te grijpen. Zo ben ik inmiddels begonnen aan het tweede deel van het Pelgrimspad. Enkele jaren geleden heb ik deel een, van Amsterdam naar 's-Hertogenbosch, al eens gelopen. Nu ben ik begonnen aan het vervolg. Logischerwijze begint het vervolg in de stad waar de vorige is geeindigd en die we beslist niet Den Bosch mogen noemen. Dat is namelijk een soort van vloeken voor de Bosschenaren. Netjes voluit uitspreken en schrijven, zoals het hoort.

De eerste etappe heeft mij inmiddels 33 kilometer verder gebracht op de route. Nog 217 te gaan voor ik aankom in het Belgische Vise. Dat zal dus nog wel even duren. Het beloofd een mooie route te worden die dwars door de Brabantse en Limburgse natuurgebieden loopt en me straks dus ook door het heuvelachtige Limburgse Mergelland zal voeren. Ik kijk ernaar uit.

Zoals de meesten van mijn lezers weten, houd ik ook van lezen. Er gaat dan ook altijd een boek mee op mijn wandeltochten om in de trein te lezen. De afgelopen periode heb ik twee boeken gelezen over de oorlogsperiode. Het was grotendeels fictie, maar uiteraard wel gebaseerd op die gruwelijke periode tussen 1939 en 1945.

Het eerste boek is een gefingeerd verhaal over een bestaande persoon, de duitse acteur Kurt Gerson. Het is een boek van Charles Lewinksy, Terugkeer ongewenst. Kurt Gerson groeit op in een welgesteld gezin. Hij maakt de eerste wereldoorlog mee als soldaat. Het feit dat hij Joods is, was toen nog van geen belang. Na de oorlog bekwaamt hij zich in het acteervak en wordt acteur/regisseur. Wanneer de Jodenhaat toeneemt, neemt hij deze niet echt serieus. Hij is immers de grote Kurt Gerron, zoals zijn artiestennaam luidt. Langzaam maar zeker worden de zaken toch serieuzer en vlucht hij met zijn familie van Berlijn naar Amsterdam. Daar zitten ze voorlopig prima. Als hij uiteindelijk besluit om toch maar naar Hollywood te gaan en de oorlogsellende te ontvluchten, is het te laat. De razzia's beginnen en via Westerbork komt hij met zijn vrouw in Theresienstadt terecht. Daar wordt hij gedwongen om de grootste leugen van zijn leven te produceren, een film over het fantastische leven in Theresienstadt.

Lewinsky vertelt op een prachtige manier over de twijfel, de schaamte en vervolgens het besluit om de film toch maar te maken in de hoop daarmee de kans om te overleven te vergroten. Een aangrijpend boek over een nare periode in de geschiedenis.

Een boek dat ik inmiddels bijna uit heb, gaat over dezelfde periode. Het betreft een boek van Eva Weaver, De poppenspeler van Warschau. Mika wordt met zijn moeder en opa in het Jodengetto geplaatst. Wanneer opa tussenbeide komt als een Duitse soldaat een oude vrouw lastigvalt, wordt hij doodgeschoten. Mika weet de jas van opa mee te nemen, een loodzwaar ding met allemaal geheime zakken. Er zitten ook een paar poppen in. Mika besluit om meer poppen te maken en af en toe vermaakt hij wat mensen met zijn poppenspel. Totdat ook hij op een dag ingrijpt in een situatie waar soldaten vervelend doen tegen iemand. Hij laat een van zijn poppen spreken. De soldaten vinden dat wel amusant en in plaats van hem ter plekke neer te schieten dwingen ze hem op te treden in hun kazerne. Hij moet wekelijks een voorstelling geven, natuurlijk op vrijdagavond als de sabbat al begonnen is. Ze gieten hem vol met bier en lachen om zijn grappen.

Mika schaamt zich verschrikkelijk, maar weet na zachte drang van de nood een deugd te maken, door een aantal kinderen het kamp uit te smokkelen onder zijn jas, nota bene via het hol van de leeuw. Een van de soldaten neemt Mika een beetje onder zijn hoede en geeft hem na iedere voorstelling wat brood en soms nog wat extra's mee. Het is ook deze soldaat die de moeder en tante van een transport weet te redden. Toch heeft Mika grote moeite sympatie voor de man op te brengen, aangezien hij gewoon mee moet doen met de razzia's en de moordpartijen.

Het tweede deel van het boek gaat over de soldaat, Max, die nu zelf is gedeporteerd naar Siberie. Hij houdt zichzelf in leven door regelmatig tegen een van de poppen te praten die hij uiteindelijk van Mika heeft gekregen. Het leven in Siberie is zwaar en Max voelt zich verschrikkelijk onder de gevolgen van wat hij allemaal heeft moeten doen. Hij wilde helemaal geen mensen doden, maar hij moest wel wilde hij het zelf overleven.

Mika is inmiddels een oude man en woont nu in New York. Daar neemt het verhaal een verrassende wending ...