dinsdag 26 november 2013

Hoe houdt de kerk haar leden binnenboord?

Van 18 - 20 november vond op het hoofdkantoor van de kerk in Silver Spring, USA een congres plaats over kerkverlating en hoe dit in de toekomst te beperken. Namens onze europese divisie van de kerk mocht ik samen met een collega uit Groot-Brittannie dit congres bezoeken. Andre Staal, mede oprichter van een onderzoekscommissie in Nederland, was ook van de partij om uitleg te geven over de Nederlandse resultaten.

Het werd een interessant congres met vertegenwoordigers uit de hele wereld. Wat opviel is dat de redenen om de kerk te verlaten over de hele wereld met elkaar overeen komen. Mensen geloven niet meer wat de kerk leert, ze ervaren onverschilligheid of zelfs liefdeloosheid in de kerk en ze hebben het gevoel niet zichzelf te kunnen zijn, naast diverse andere redenen.

Wereldwijd verliest de kerk binnen een jaar meer dan een derde van de leden die door de doop toetreden. In een enkel gebied kan dit percentage oplopen tot zo'n tachtig procent. Dat zijn enorme aantallen mensen. Geen wonder dat de kerk een plan wil bedenken om die mensen binnenboord te houden.

Drie dagen lang zijn er uit alle gebieden in de wereld onderzoeksresultaten besproken en naar aanleiding daarvan is er een verklaring opgesteld over hoe de kerk denkt haar leden beter van dienst te kunnen zijn en hen te koesteren.

Het interessante is dan vervolgens dat we te maken hebben met een wereldkerk. Wat bij ons heel normaal is, kan in een ander deel van de wereld heel vreemd zijn. Waar men in grote delen van de wereld weigert na te denken over mensen die bijvoorbeeld anders geaard zijn, kunnen wij het ons niet veroorloven hier niet over na te denken.

Dit leidt ertoe dat een verklaring over onvoorwaardelijke acceptatie van leden, minder onvoorwaardelijk is dan het lijkt. In veel delen van de wereld vindt men namelijk dat mensen wel mogen binnenkomen zoals ze zijn, maar dat ze vervolgens dienen te veranderen naar de maatstaven die de kerk stelt. Stel je voor dat het een regel is in de kerk dat de leden niet roken, dan valt dat wel af te leren als je er graag bij wilt horen. Leef je in een gebied waar moeilijk wordt gedaan over sieraden, dan doe je die toch gewoon af (en weer om als je de kerk verlaat). Maar wat nu als je valt voor mensen van hetzelfde geslacht. Kan je dat dan ook gewoon afleren?
Op die vraag heeft het congres geen antwoord gegeven. Sterker nog, er was weerstand tegen dergelijke vragen. Dus onvoorwaardelijk is kennelijk toch aan bepaalde condities gebonden.

In Nederland wordt momenteel veel aandacht gegeven aan het thema 'veilige kerk'. Hoewel ook hier soms weerstand bestaat tegen zaken die we niet helemaal theologisch kunnen vatten, proberen we toch een boodschap af te geven dat iedereen welkom is. Aandacht voor de medemens die misschien niet helemaal in de pas loopt met de meerderheid mag daarbij niet ontbreken. Als de kerk veilig moet zijn, dan ook voor iedereen en niet alleen voor degenen die we leuk vinden of die precies in het plaatje passen. Of het nu allemaal theologisch verantwoord is of niet, we hebben met mensen te maken en daar gaat het om.

In dit opzicht heeft het congres niet gebracht wat wij hier in het westen wellicht wel zouden willen. We mogen echter niet vergeten dat we met een wereldkerk te maken hebben en het dus zeer moeilijk is om gelijkgestemde besluiten te nemen. Elke stap voorwaarts is er een en mag als positief uitgelegd worden. Het is echter vaak wel een proces van de lange adem.

Wat mij betreft mag het idee van besluiten nemen op wereldniveau wel een beetje worden losgelaten. Accepteer gewoon dat bepaalde zaken in delen van de wereld wel werken en in andere delen niet en geef de vrijheid om je besluiten daarop te baseren. Maar voor we zover zijn?

Intussen maar hopen dat het de kerk lukt om een open gemeenschap te zijn/worden waar werkelijk iedereen welkom is en geaccepteerd wordt. We zijn er nog lang niet ...

Dit gezegd hebbende kan ik uiteindelijk toch wel concluderen dat het een aangename ervaring was om eens op dit niveau mee te maken hoe er in de kerk gedacht en geredeneerd wordt.

vrijdag 4 oktober 2013

De tijd vliegt

Voor je het weet ben je oud, roepen mensen weleens tegen elkaar. Het lijkt erop dat het klopt. Al meer dan een maand geen blog en het lijkt pas een paar weken. De hoogste tijd dus om weer eens iets aan het net toe te vertrouwen, maar wat? Soms denk je bij jezelf dat je weer in de pen wilt klimmen (of liever gezegd aan het toetsenbord wilt plaatsnemen) maar heb je geen idee waar je het dan over moet hebben. Meestal begin ik dan maar gewoon iets op te schrijven of in te tikken en dan volgt er vanzelf iets. Zo ook nu. Je moet dan altijd maar afwachten of er ook iets zinnigs uitrolt, maar daar heb ik wel vaker last van, dus daar zullen mijn lezers aan gewend zijn.

Gisteren ontdekte ik iets nieuws. Ongetwijfeld is dat oud nieuws voor velen, maar voor mij was het nieuw. Ik wilde online een paar boeken bestellen om die vervolgens in de winkel af te halen zodat ik ze met boekenbonnen zou kunnen betalen. Helaas, online bestellen betekent ook online afrekenen. Tot mijn verbazing ontdekte ik dat je met de nieuwe soort boekenbonnen gewoon online kunt betalen. Je voert de getallenreeks van de streepjescode in, krast de beschermlaag van de pincode weg (nooit geweten dat die dingen een pincode hebben) en voert die ook in en klaar. Het bedrag wordt automatisch van de boekenbon afgeschreven en als er een restbedrag is, blijft dat erop staan. Dat laatste wist ik al wel van betalingen in de winkel, maar dat dit nu ook online kan is wel helemaal super. De boeken zijn inmiddels binnen (ik hoefde er niet voor naar de winkel) en verschaffen mij weer zo'n 1500 pagina's leesplezier. Een mens moet blijven lezen vind ik, dat is goed voor de algemene ontwikkeling. Als dat geen wijze woorden zijn...

In de afgelopen periode ben ik regelmatig in Huis ter Heide geweest op het landelijk kantoor van de kerk en ook daar steek ik regelmatig het een en ander van op. Zo was ik bij een training voor huwelijkscounselling en huwelijksvoorbereiding. Niet verkeerd om daar af en toe in bijgespijkerd te worden als predikant. Wij krijgen immers regelmatig te maken met mensen die willen trouwen of  juist hun relatie willen beëindigen. Vervolgens was ik bij een evaluatiecommissie die het landelijk secretariaat van de kerk onder de loep moest nemen. Een internationaal gezelschap kwam tot de conclusie dat het Nederlandse secretariaat in de categorie 'excellent' valt, een mooie pluim op de hoed van onze jonge secretaris en ook op die van de directiesecretaresse die ervoor zorgt dat hij kan excelleren. Zij werkt dan wel in de schaduw, maar is zeer belangrijk voor het welslagen van het werk van de mensen die op de voorgrond treden.
Deze week was ik weer bij een bijeenkomst over ons landelijk kerkblad waar ik in de redactie zitting heb. Dit blad zal in de komende periode een aantal wijzigingen ondergaan en er zullen nieuwe wegen ingeslagen worden passend bij de huidige tijd. Spannend om daar als schrijver en redactielid bij betrokken te zijn.
Over enkele weken weer een predikantenvergadering met een prominent persoon uit de wereldkerk, Clifford Goldstein. Ik ben benieuwd wat hij te melden heeft.

Voor de rest van het jaar staan er nog een paar zaken op het programma. Zo zal ik nog een keer vakantie opnemen om de resterende dagen op te maken, is er een wereldwijde gebedsweek in de eerste week van november, worden de ADRA dozen weer uitgezet (hopelijk kunnen er weer 1000+ dozen gevuld worden om kinderen in een arm Europees land blij te maken rond de kerstdagen), zal ik enkele dagen in de VS verblijven om een congres bij te wonen als afgevaardigde van onze Europese divisie, zullen er hopelijk nog 1 of 2 doopdiensten plaatsvinden in mijn gemeenten en dan zal het wel zo'n beetje tijd zijn om het kerstfeest te vieren en het jaar af te sluiten. Als ik het zo op een rijtje zet, kan het haast niet anders dan dat we snel oud worden. Voor je het weet is het 2014. Hopelijk lukt het om voor die tijd nog een paar blogs te schrijven.

woensdag 28 augustus 2013

Lekkerbekken

Bij het lezen van enkele blogs van collega Reinder Bruinsma werd mijn aandacht getrokken door een paar boektitels die hij opgaf. Zo gaf hij blijk enthousiast te worden van een boek van Hans Buddingh, De geschiedenis van Suriname. Daarnaast wekte hij mijn interesse met diverse titels van de hand van Frank Westerman, allemaal met een geschiedkundige inslag.

Ik ben altijd al wel enigszins geïnteresseerd geweest in geschiedenis, maar naarmate ik ouder wordt lijkt die interesse te groeien. Toen ik dan ook de titels las in de blog van Bruinsma ben ik meteen maar eens op zoek gegaan bij de bibliotheek hier in de buurt en heb De graanrepubliek, El negro en ik en Ingenieurs van de ziel voor de komende weken geleend.

De graanrepubliek heb ik al bijna uit. Westerman heeft een manier van schrijven die geschiedenis erg toegankelijk maakt. Ik heb dat ook met de stijl van Geert Mak. Het leest prettig en bij tijd en wijle wordt je haast het verhaal ingezogen. De graanrepubliek behandelt vooral de situatie in Oost Groningen en hoe die in een eeuw tijd drastisch veranderd is. Hoe het communisme tot ruim in de jaren negentig van de vorige eeuw hoogtij vierde. Hoe de boeren worden gestimuleerd om toch vooral graan te blijven produceren en er vervolgens achter komen dat met het openstellen van de markt de graanprijs haast tot onder de kostprijs zakt. Hoe er grootse plannen ontstaan om kanalen te graven en een sluis aan te leggen en dit plan onder druk van natuurverenigingen uiteindelijk in de prullenbak verdwijnt, maar er wel al ettelijke miljoenen zijn uitgegeven omdat de aanleg al begonnen was. Hoe het gebied van achtergesteld gebied, economisch gezien, hoopt op koeien met gouden horens als er een enorme gasbel wordt ontdekt onder het Groninger land. (Inmiddels weten we dat de Groningse bevolking hier niets wijzer van is geworden en er zelfs last van heeft nu de aarde zakt en trilt met het verder leegzuigen van de bel). Hoe de Groninger boeren tegen de haren ingestreken worden door hen subsidies te bieden voor het braak laten liggen van hun landerijen (en ze dus gedemotiveerd worden om graan te verbouwen) en hen uiteindelijk die landerijen helemaal af te pakken door ze onder water te zetten. Een fascinerend stukje Nederlandse geschiedenis dat mij grotendeels onbekend was. Ik wist niet dat het communisme met name in Groningen voet aan de grond had gekregen en dat er juist in Oost Groningen relatief veel NSB'ers actief waren in de oorlog. Het heeft voor een groot deel te maken met de levensinstelling en de economische situatie en vooruitzichten in het gebied.

Ik ben inmiddels zeer nieuwsgierig geworden naar de andere titels van Westerman die ik nog een paar weken in mijn bezit mag houden. Aangezien ik nog een stapeltje boekenbonnen op mijn bureau heb liggen, denk ik dat er nog wel een paar andere wensen ook vervuld kunnen worden. De geschiedenis van Suriname staat zeker op mijn lijstje, maar ook het lijvige Vincent van Gogh, de biografie (Steven Naifeh en Gregory White Smith) en het pas verschenen boek De tweede wereldoorlog (Anthony Beevor), ook niet de dunste. Dat wordt lekkerbekken de komende tijd. Met dank aan Bruinsma voor het bekendmaken van voor mij tot nu toe onbekende namen als Westerman en Buddingh.

maandag 12 augustus 2013

Wandelen en lezen

Vrees niet, er wordt ook gewerkt, maar daar wil ik het deze keer niet over hebben. Heb je na de 4daagse nog niet genoeg gewandeld, hoor ik weleens zo hier en daar? Het antwoord is: "Nee." Ik hou van wandelen en wanneer de mogelijkheid zich voordoet probeer ik die aan te grijpen. Zo ben ik inmiddels begonnen aan het tweede deel van het Pelgrimspad. Enkele jaren geleden heb ik deel een, van Amsterdam naar 's-Hertogenbosch, al eens gelopen. Nu ben ik begonnen aan het vervolg. Logischerwijze begint het vervolg in de stad waar de vorige is geeindigd en die we beslist niet Den Bosch mogen noemen. Dat is namelijk een soort van vloeken voor de Bosschenaren. Netjes voluit uitspreken en schrijven, zoals het hoort.

De eerste etappe heeft mij inmiddels 33 kilometer verder gebracht op de route. Nog 217 te gaan voor ik aankom in het Belgische Vise. Dat zal dus nog wel even duren. Het beloofd een mooie route te worden die dwars door de Brabantse en Limburgse natuurgebieden loopt en me straks dus ook door het heuvelachtige Limburgse Mergelland zal voeren. Ik kijk ernaar uit.

Zoals de meesten van mijn lezers weten, houd ik ook van lezen. Er gaat dan ook altijd een boek mee op mijn wandeltochten om in de trein te lezen. De afgelopen periode heb ik twee boeken gelezen over de oorlogsperiode. Het was grotendeels fictie, maar uiteraard wel gebaseerd op die gruwelijke periode tussen 1939 en 1945.

Het eerste boek is een gefingeerd verhaal over een bestaande persoon, de duitse acteur Kurt Gerson. Het is een boek van Charles Lewinksy, Terugkeer ongewenst. Kurt Gerson groeit op in een welgesteld gezin. Hij maakt de eerste wereldoorlog mee als soldaat. Het feit dat hij Joods is, was toen nog van geen belang. Na de oorlog bekwaamt hij zich in het acteervak en wordt acteur/regisseur. Wanneer de Jodenhaat toeneemt, neemt hij deze niet echt serieus. Hij is immers de grote Kurt Gerron, zoals zijn artiestennaam luidt. Langzaam maar zeker worden de zaken toch serieuzer en vlucht hij met zijn familie van Berlijn naar Amsterdam. Daar zitten ze voorlopig prima. Als hij uiteindelijk besluit om toch maar naar Hollywood te gaan en de oorlogsellende te ontvluchten, is het te laat. De razzia's beginnen en via Westerbork komt hij met zijn vrouw in Theresienstadt terecht. Daar wordt hij gedwongen om de grootste leugen van zijn leven te produceren, een film over het fantastische leven in Theresienstadt.

Lewinsky vertelt op een prachtige manier over de twijfel, de schaamte en vervolgens het besluit om de film toch maar te maken in de hoop daarmee de kans om te overleven te vergroten. Een aangrijpend boek over een nare periode in de geschiedenis.

Een boek dat ik inmiddels bijna uit heb, gaat over dezelfde periode. Het betreft een boek van Eva Weaver, De poppenspeler van Warschau. Mika wordt met zijn moeder en opa in het Jodengetto geplaatst. Wanneer opa tussenbeide komt als een Duitse soldaat een oude vrouw lastigvalt, wordt hij doodgeschoten. Mika weet de jas van opa mee te nemen, een loodzwaar ding met allemaal geheime zakken. Er zitten ook een paar poppen in. Mika besluit om meer poppen te maken en af en toe vermaakt hij wat mensen met zijn poppenspel. Totdat ook hij op een dag ingrijpt in een situatie waar soldaten vervelend doen tegen iemand. Hij laat een van zijn poppen spreken. De soldaten vinden dat wel amusant en in plaats van hem ter plekke neer te schieten dwingen ze hem op te treden in hun kazerne. Hij moet wekelijks een voorstelling geven, natuurlijk op vrijdagavond als de sabbat al begonnen is. Ze gieten hem vol met bier en lachen om zijn grappen.

Mika schaamt zich verschrikkelijk, maar weet na zachte drang van de nood een deugd te maken, door een aantal kinderen het kamp uit te smokkelen onder zijn jas, nota bene via het hol van de leeuw. Een van de soldaten neemt Mika een beetje onder zijn hoede en geeft hem na iedere voorstelling wat brood en soms nog wat extra's mee. Het is ook deze soldaat die de moeder en tante van een transport weet te redden. Toch heeft Mika grote moeite sympatie voor de man op te brengen, aangezien hij gewoon mee moet doen met de razzia's en de moordpartijen.

Het tweede deel van het boek gaat over de soldaat, Max, die nu zelf is gedeporteerd naar Siberie. Hij houdt zichzelf in leven door regelmatig tegen een van de poppen te praten die hij uiteindelijk van Mika heeft gekregen. Het leven in Siberie is zwaar en Max voelt zich verschrikkelijk onder de gevolgen van wat hij allemaal heeft moeten doen. Hij wilde helemaal geen mensen doden, maar hij moest wel wilde hij het zelf overleven.

Mika is inmiddels een oude man en woont nu in New York. Daar neemt het verhaal een verrassende wending ...

maandag 29 juli 2013

Uit met de pret?

De afgelopen vier weken waren afwisselende weken. Het waren ook vakantieweken. Radiostilte van mijn kant. Telefoon uit en e-mail onbekeken. Ik weet het, ik ben heel ouderwets. Tegenwoordig hoor je immers altijd en overal bereikbaar te zijn. Je e-mail bekijk je op je telefoon en facebook en twitter moeten vooral continue worden bijgewerkt. Niets van dat alles voor mij. Facebook heb ik een aantal maanden geleden al achter me gelaten. Twitter gaat zonder mij ook wel door. Mijn e-mail bekijk ik bewust niet op mijn telefoon en mijn laptop blijft gewoon uit in de vakantie. De enige uitzondering op deze regel is de week van de Nijmeegse 4daagse omdat ik dan bereikbaar wil blijven voor het thuisfront en af en toe een berichtje de ether in schrijf via Twitter.

Vakantie is voor mij vooral rust. Lekker erop uit met Sandra. Niet teveel vantevoren plannen. Hebben we zin om te fietsen, dan gaan we fietsen. Lezen we liever een boek achter in de tuin, dan doen we dat. Zo was onze eerste vakantieweek in een mum van tijd voorbij. Middagje Venlo, rondje Eersel op de fiets, uit eten met de kinderen voor onze 27ste trouwdag, een streekmuseum en een spannend boek. Uiteraard bezoeken we de meest uiteenlopende terrasjes als we zo samen onderweg zijn. Je moet immers wel inspecteren of al die gelegenheden een degelijke bak koffie en een aanvaardbare lunch serveren.

Week twee brachten we door in Duitsland, hoog boven de Moezel, in Krov (met een trema boven de o, maar ik ontdek even niet hoe dat ook alweer moet op deze site). Een prachtige week in vele opzichten. Het huisje was eenvoudig, maar wel van alle nodige gemakken voorzien. Het weer was fantastisch, het uitzicht fenomenaal. Uiteraard hebben we daar een bezoek gebracht aan Cochem en Bernkastel en volop van de architectuur (zonder daar al teveel verstand van te hebben) en de natuur genoten. Warempel, ook in Duitsland vonden we weer heel interessante terrasjes met lekker eten en drinken. Het blijft hard werken zo'n vakantie.

Week drie was de week waarin de wandelschoenen urenlang getest zijn. Ze hebben de test doorstaan en mij vier dagen lang iedere dag 50 kilometer over 's Heeren weegen laten lopen. Het was een prachtweek. Warm, zeer warm, maar met ongekende hartelijkheid onderweg. In welk dorp we ook kwamen, overal stonden sproeiers en watertappunten op volle toeren te draaien. Op dag twee hebben wij altijd een afspraak met mijn tante die ons dan volstopt met krentenbollen, bananen en ander lekkers. Dag vier is inmiddels een vaste stop in Grave ingelast waar lieve kerkleden hebben gehoord van tante en niet voor haar willen onderdoen. Je hoort ons niet klagen! Samen met Patrick is de tocht ook dit jaar weer volbracht. Tot mijn eigen verbazing was ik na vier dagen met weinig slaap en na 200 kilometer lopen nog uitzonderlijk fris. Dat wil zeggen, niet bepaald okselfris, maar nog wel fit. Dat is weleens anders geweest. Kennelijk was het een goede editie voor mij. Kruisje nummer 5 is binnen. Patrick heeft inmiddels nummer 6 (met kroon) te pakken. Je moet wel een beetje vreemd in elkaar zitten denk ik om iedere keer maar weer jezelf af te beulen (en er nog voor te betalen ook), maar het is zo leuk om te doen. En daarbij geeft het een enorme voldoening als de tocht weer met goed gevolg kan worden afgesloten en de familieleden je aan de meet verwelkomen.

En toen was er nog een week over. Een bloedhete week waarin we het rustig aan hebben gedaan met een bezoekje aan het Noord Brabants Museum in 's-Hertogenbosch. Erg leuk met diverse soorten kunst en geschiedenis. Verder nog een bezoek aan de tuinen van Appeltern. Het was alweer een aantal jaren geleden dat we daar geweest waren. Ik moet zeggen dat deze tuinen zeer de moeite waard zijn en ja, ze hebben er ook lekkere broodjes.

Dus nu is het weer uit met de pret zou je denken. Dat is gedeeltelijk waar. Ik moet toegeven dat het me nog best kon bekoren al die vrije tijd. Er staat nog een rijtje boeken te wachten tot ze gelezen worden, de zon schijnt nog steeds in de achtertuin en ik zou best nog een tijdje langer zonder e-mail kunnen. Maar de waarheid is dat ik gelukkig ook van mijn werk houdt en dat een mens niet te lang in de ruststand gezet moet worden, je zou er eens aan wennen. Vandaag heb ik dan ook met plezier mijn laptop weer opgestart om me door een flinke rij e-mails heen te werken. De agenda is weer op orde gebracht en de eerste afspraken komen eraan. Het werk wacht weer en ook dat is goed. Intussen blijf ik tussen de bedrijven door genieten van deze prachtige zomer en ga vooralsnog fluitend door het leven.

maandag 17 juni 2013

Afscheid nemen bestaat niet

Dat is toch wat Marco Borsato een aantal jaren geleden zong in een van zijn liedjes? Laten we hopen dat dat ook zo is dan.
Afgelopen zaterdag nam ik afscheid in Tilburg. De afgelopen vijf jaar mocht ik predikant zijn in de gemeente daar. In het begin was het een beetje wennen. Ik kwam uit Rotterdam en had daar met een grote Surinaamse geloofsgemeenschap te maken gehad. Toen ging ik richting Eindhoven en Tilburg en zou daar te maken krijgen met een grote Antilliaanse (zo mochten we dat toen nog noemen)geloofsgemeenschap. Ach, hoe moeilijk kan het zijn, dacht ik nog. Surinamers, Antillianen, ze komen allemaal uit dezelfde hoek. De ene groep van het vasteland, de andere groep van een stel eilanden. Ik had er niet verder naast kunnen zitten. In de eerste plaats vinden beide groepen het al niet leuk als je ze met elkaar verward, in de tweede plaats is de benadering van de medemens en de geloofsbeleving behoorlijk verschillend. Het heeft me zeker wel anderhalf jaar gekost om me in beide gemeentes enigszins thuis te gaan voelen.

Maar zoals vaak na de eerste snuffelperiode, leer je ontdekken wat je aan elkaar hebt en ga je elkaar steeds meer waarderen. Zo ook bij de gemeenten in het zuiden van het land. En nu moest ik van een alweer afscheid nemen. In vijf jaar tijd leer je elkaar kennen en maak je heel wat mee met elkaar. Op sublieme wijze hebben de leden van "Amigu" Tilburg de afgelopen jaren de revue laten passeren. De mooie en lieve woorden maakten me verlegen en ontroerd. Menigmaal dacht ik dat het over iemand anders moest gaan. Een absoluut unicum in mijn carriere tot nu toe was toegezongen te worden door het voltallige kerkbestuur met een lied dat speciaal voor mij geschreven was (de tekst in ieder geval). Heel bijzonder om anderhalf uur lang in het middelpunt van de belangstelling te staan. Af en toe wat ongemakkelijk, maar toch erg van genoten.

We zullen elkaar nog wel af en toe tegen het lijf lopen. Zover liggen Eindhoven en Tilburg immers niet uit elkaar. Gelukkig weet ik ook dat de gemeente achterblijft in de goede handen van collega Silbert Elizabeth. Komt allemaal goed, maar toch was het vreemd om te beseffen dat ik vanaf heden ontheven ben van mijn taken voor deze mooie gemeente. We zijn in de loop van de tijd van elkaar gaan houden en dat kwam zaterdag dan ook duidelijk tot uitdrukking tijdens het afscheid. Ik kan me nu gaan richten op mijn overgebleven gemeenten Eindhoven en Heerlen en de taken voor het landelijk kerkelijk apparaat.

Gisteren op de fiets naar de verjaardag van schoonmama en vandaag was het weer over tot de orde van de dag met een hele dag vergaderen in Huis ter Heide. Morgen vergaderingen in Apeldoorn en Eindhoven. Woensdag de preekcursus in Eindhoven en donderdag op huisbezoek in Merselo. Waarschijnlijk ook nog naar een begrafenis in het noorden van het land. Even kijken hoe we dat ingepast krijgen in het schema. Eigenlijk moet ik deze week ook nog weer tijd vinden voor een flinke wandeling want de 4daagse komt snel dichterbij. Nog vier weken en dan is het zover. Het weekend zal in het teken staan van een dienst in Doetinchem over rentmeesterschap en vervolgens zondag weer de hele dag naar Huis ter Heide voor de jaarlijkse Open dag. Ook dit jaar mogen we weer meehelpen bij de boekenverkoop van het servicecentrum. Hopelijk is het mooi weer zodat we de boel buiten kunnen zetten. Kom gerust een kijkje nemen zou ik zeggen.

donderdag 30 mei 2013

God woont bij de mensen

Hieronder de blog die ik mocht schrijven voor de website van de kerk. Voor wie niet op die site komt, hier alsnog het hele recept :-)

David krijgt van God te horen dat hij niet degene is die de tempel mag bouwen. Zijn zoon Salomo is degene die uiteindelijk die taak op zich neemt en zich bij de inwijding van de tempel afvraagt: “Zou God werkelijk bij de mensen op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan u niet bevatten, laat staan dit huis dat ik voor u heb gebouwd” (2 Kron. 5:18, NBV).

Een aantal jaren eerder was David maar wel vast zo vrij geweest om met de voorbereidingen van de tempelbouw te beginnen. Buiten het gegeven dat er uiteraard zaken ingekocht moeten worden, zijn er ook een groot aantal vrijwillige gaven te verwelkomen. David spreekt hierover zijn grote dank uit naar het volk en naar God. “Wat ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zijn gebleken zoveel kostbaarheden af te staan? Alles is van u afkomstig, en wat wij u schenken komt uit uw hand” (1 Kron. 29:14).

David is zich ten volle bewust dat de rijkdom van Israël te danken is aan de zegeningen van God. Zijn dank is dan ook in de eerste plaats aan God gericht. Alleen dankzij hem is het mogelijk om iets groots als deze tempel tot stand te brengen.

Ook wij mogen ons vandaag, ondanks zware financiële tijden voor velen, gezegende mensen weten. God zegent trouw aan hem uitbundig. Het is dan ook heel belangrijk om juist in deze tijd goede rentmeesters te zijn. Vaak hoor ik mensen zeggen dat het niet mogelijk is om tienden te geven, omdat ze dan niet rond komen. Maar God belooft zijn zegen wanneer wij trouw zijn. Heeft u er ooit bij stilgestaan dat u misschien wel makkelijker rond komt met uw geld als u wel tienden afdraagt? Zijn zegen helpt ons om bewuste keuzes te maken en dus ook op een verantwoorde manier met onze bezittingen om te gaan. Hetzelfde geldt voor onze tijd. Sommigen van ons denken geen tijd te hebben voor vrijwilligers activiteiten. Maar degenen die de handen uit de mouwen steken weten vaak wel beter. Want ook in de praktische zaken ontvangen we zoveel terug, dat het ons extra energie geeft om nog een tandje bij te zetten. Ook dat noem ik zegen. Of is dat nu juist het wonen van God bij de mensen?

donderdag 16 mei 2013

Welkom collega

We zijn in de afrondende fase beland van het proponentschap van een van mijn collega's. Zeg maar dat hij zijn stageperiode er bijna op heeft zitten. Twee jaar lang heb ik met hem mogen samenwerken, tot groot genoegen. Ik moet zeggen dat ik twee jaar geleden mijn bedenkingen had. Al meer dan 20 jaar deed ik mijn werk alleen en nu zou er plotseling iemand met me meelopen en constant over mijn schouder meekijken. Niet voor twee weken, nee, voor twee jaar!
Ik had geen idee wie Silbert Elizabeth was, maar daar kwam ik al snel achter. Vanaf dag 1 was er een klik. We hebben vele uren samen in de auto doorgebracht en heel wat afgepraat en gelachen. Hij is een serieuze en zeer intelligente man met een gezonde dosis humor. Met zijn Antilliaanse achtergrond begrijpt hij de overzeese cultuur als geen ander, maar is ook heel goed ingebed in de Nederlandse maatschappij zodat hij de gedachtensprongen tussen de twee culturen heel makkelijk kan maken en begrijpen.
Inmiddels werkt Silbert al grotendeels zelfstandig in diverse gemeenten en is een aanwinst voor predikantenkorps. Ik moet zeggen, nu wij elkaar de laatste tijd minder zien en spreken, dat ik de autoritjes en de gezamenlijke afspraken mis. Het was leuk om dingen samen te doen en er daarna met elkaar over te spreken. Leuk om moeilijkheden samen door te nemen en af en toe de stress weg te lachen. Maar ja, het zou te duur zijn om meerdere predikanten aan elkaar te koppelen op een beperkt gebied. Gelukkig is er wel een nieuwe vriendschap ontstaan waar we beiden op kunnen teren.
Nog even, als de laatste officiele hobbels genomen zijn, dan zal Silbert ingezegend worden als predikant van de wereldwijde kerk van Zevende-dags Adventisten. We kunnen hem goed gebruiken.

Gisteren kreeg ik bericht dat ik volgende week iets moet presenteren over Rentmeesterschap in het Algemeen Kerkbestuur. Daar zal ik dan maar eens hard over na gaan denken, want het verzoek komt rijkelijk laat. Nou ja, dat zeg ik wel, maar met mijn flegmatisch karakter heb ik sowieso de neiging om dingen tot het laatste moment uit te stellen, dus als ik het drie maanden geleden had geweten, dan moest ik er waarschijnlijk ook nu nog aan beginnen.
Mijn artikel in Advent over het onderwerp lijkt goed ontvangen te worden. Laten we hopen dat het ook resultaten oplevert en mensen opnieuw tot nadenken stemt.

Van heel andere orde is het boek van Dan Brown, De Delta deceptie, dat ik deze week heb uitgelezen tussen de bedrijven door. Een spannende thriller over geheime en leugenachtige operaties binnen de geheime diensten en NASA. Een zogenaamde buitenaardse meteoriet waar fossielen op gevonden worden, wordt gepresenteerd als het bewijs dat er leven is buiten onze dampkring. Als enkele wetenschappers ontdekken dat er iets mis is met deze zogenaamde meteoriet, ontstaat er al snel een strijd op leven en dood. Deze boodschap mag niet uitlekken. Maar valt het tegen te houden? Een spannende ontknoping maakt alles duidelijk. Heerlijk om tussen de theologische zaken door ook dit soort boeken te lezen. Goed voor de broodnodige ontspanning.

Wat ook prettig zou zijn, is een beetje zon en warmte, maar ik geloof dat we daar nog even op moeten wachten.

vrijdag 3 mei 2013

Toch nog lente

Enkele maanden geleden schreef ik dat de winter mij niet lang genoeg kon duren. Niet omdat ik zo van kou en sneeuw houd, maar omdat in de lente de tuinen voor en achter weer in beeld zouden komen voor onderhoud en renovatie.
Nou, het is zover. De voortuin is omgespit en onkruidvrij gemaakt. De plantjes zijn geplant, het ziet er een stuk beter uit en het onkruid steekt de kop alweer op. Ik weet meteen weer waarom ik zo'n hekel heb aan tuinieren. Maar dit was pas het begin, want er zijn grote dingen voor mij bedacht. Het tegelpad achter de garage moest worden verbreed en een stukje verlegd zodat een paar van die loeizware bielzen uit de voortuin onder de vuilcontainers gelegd konden worden. Dat laatste was trouwens, dom genoeg, mijn idee. Inmiddels is dat deel van de opdracht uitgevoerd. We zijn ermee begonnen tussen de belangrijke televisiemomenten van Koninginnedag door en hebben het gisteren afgerond.
Nu wil het geval dat bij het plaatsen van de nieuwe schutting in het najaar de opdracht al luidde: "De deur moet aan de andere kant." Je raadt het al, het tegelpad moet nu ook naar de andere kant. Eerlijk is eerlijk, Sandra heeft daarvoor bijna dat hele knollenveld uitgegraven terwijl Mark en ik met die onmogelijk lompe en zware grindtegels bezig waren achter de garage. Maar ja, die lagen nu eenmaal al in de tuin, dus hergebruiken we die maar. Dat scheelt weer een heleboel euri's.
Ik begrijp wel waarom de meeste stratenmakers niet kunnen doorwerken tot hun 67ste.
Nou ja, in het weekend (zondag) mogen we weer verder met het verleggen van het pad. En dan zijn we nog steeds pas aan het begin, want er is ook nog een terras ingepland en nieuwe grasmatten, een stuk bloemen en/of groententuin, de coniferen moeten gesnoeid en het terras onkruidvrij gemaakt. Tegen die tijd zal het onkruid in de voortuin wel een meter hoog staan en kunnen we daar weer aan de slag.
Ik vrees dat ik geen groene vingers heb en ze ook niet zal krijgen. Toegegeven, ik kan stevig genieten van een tuin die mooi in bloei staat. Maar er in werken is een ander verhaal. Geef mij maar een goed boek of een flinke wandeling in de natuur. Gelukkig heb ik genoeg werk om mijn agenda mee te vullen en mag ik de tuin af en toe laten voor wat het is. En momenteel betekent dat in ieder geval aan de achterkant, een zooitje.

Op koninginnedag hebben we toch ook maar regelmatig voor de buis gezeten. Aan de ene kant een hele poespas, maar ik moet toegeven dat ik het toch ook wel wat vind hebben al dat ceremonieel. Gelukkig verliep de troonswisseling een stuk rustiger dan in 1980 en konden de meeste mensen een gezellig feest meebeleven waarin ook veel plechtige momenten besloten lagen. Ik kan er wel van genieten en wens onze nieuwe koning dan ook een mooie tijd toe en veel wijsheid.

woensdag 17 april 2013

Op weg naar Nijmegen

Vorige week besloot ik maar weer eens een flinke wandeling te maken over het Brabants Vennenpad. Een mooie tocht van Sint Oedenrode naar Boxtel over ongeveer 20 kilometer. In Boxtel aangekomen bleek de (buurt)bus terug net vertrokken en mocht ik bijna een uur wachten. Ongeduldig als ik soms kan zijn, had ik daar geen zin in en ik besloot om dan maar vast lopend weer een stuk terug te gaan. Maar ja, welke route rijdt die bus? Ik had geen idee, dus ik deed maar wat. Na een flink stuk lopen vond ik eindelijk een bushalte en waarempel, volgens dienstregeling zou de bus er binnen vijf minuten moeten zijn. Na een kwartier in de regen vond ik het welletjes. Nog steeds geen bus, dus maar weer verder gelopen. Het eind van het liedje is dat ik de hele tocht (weliswaar gedeeltelijk langs een andere route) terug ook weer lopend heb afgelegd, in totaal zo'n 35 kilometer. Het was even geleden dat ik een dergelijke afstand gelopen had, dus dat heb ik wel een paar dagen gevoeld in allerlei spieren.
Tegelijk was het wel een prima oefening want straks in Nijmegen wordt het weer 4x50, dus enige oefening kan geen kwaad. Waarschijnlijk zal ik jullie binnenkort wel weer een keer lastigvallen met mogelijkheden tot sponsoring van het goede doel, maar daarover later meer.

Inmiddels weten we dat de marathon van Boston ruw is verstoord door twee bomaanslagen. Het is kennelijk altijd een risico als er veel mensen op een plaats samenkomen. Sommige mensen scheppen er behagen in om slachtoffers te maken, niet zelden in verband met religieuze redenen of vanwege vergeldingsacties. Uiteraard is een aanslag in Amerika geen reden tot zorg in ons eigen land, maar toch werd de burgemeester van Amsterdam gisteren meteen geinterviewd hoe dat nu moet met de troonswisseling op 30 april. Hij sprak rustgevende woorden. Alles is onder controle. Wat moet hij anders zeggen? Gelukkig gaat meestal alles goed. Toch flitst het dan toch even door je hoofd: wat nu als iemand kwaad wil op een dag als 30 april of bijvoorbeeld bij een evenement als de 4daagse? Daar kan je als individu niet te lang bij stilstaan. Het leven moet gewoon doorgaan en we zien wel wat er op ons pad komt als het komt.

Naast een heleboel werkzaamheden hebben we deze week ook even tijd gevonden om in de tuin aan de slag te gaan. In de voortuin stond nog helemaal niets en nu wel. Een tegelpaadje gelegd onder het raam, struikjes en bollen geplant en een paar loeizware bielzen verwijderd. Verdraaid, nu heb ik alweer spierpijn. Maar de tuin knapt er flink van op en dat is ook wat waard. De temperatuur begint ook eindelijk mee te doen, dus met een beetje geluk wordt het wel iets.

Vandaag kreeg ik diverse artikelen in mijn mailbox met als thema 'rentmeesterschap'. Sinds een paar maanden ben ik verantwoordelijk voor dat departement binnen de kerk en ik ben druk doende in overleg met enkele collega's om daar een beetje vorm in aan te brengen. Hopelijk vinden we mogelijkheden om het onderwerp opnieuw onder de aandacht van de leden te brengen zodat er vernieuwde aandacht ontstaat voor voldoende rust en ontspanning, gebruik en inzet van gaven en talenten en het beheer van onze financien. Een leuk en uitdagend project. Af en toe zie ik door de bomen het bos niet meer, maar dat komt vanzelf goed als er een beetje lijn in gebracht kan worden.

Nu eerst maar eens aan de slag met een verslag van de vergadering van districtsvoorzitters van afgelopen maandag, dan kan dat ook weer afgevinkt worden, net als deze blog.

woensdag 3 april 2013

Vakantie

Nee, niet nu, vorige week. Je zou verwachten dat je een beetje voorjaar meeneemt op vakantie als je eind maart een weekje weggaat. Maar deze keer was het vooral koning winter die de temperaturen flink in de tang had.
Desondanks was het een heerlijke (mid)week in Zeeland. Schouwen-Duiveland was ons honk, aan het Grevelingenmeer. Een mooi gebied met helaas een trieste geschiedenis. Schouwen-Duiveland is het eiland dat op 1 februari 1953 het hardst getroffen werd door het water. Er werden grote gaten in de dijken geslagen met veel slachtoffers als gevolg.
We hebben natuurlijk het watersnoodmuseum bezocht in Ouwerkerk (toen we eenmaal ontdekt hadden dat we dat nog niet kenden). Een museum in vier caissons die zijn afgezonken om het laatste gat in de dijk te dichten. Indrukwekkend beeldmateriaal, radio verslagen, krantenknipsels, verhalen van overlevenden en over overledenen. Indrukwekkend is ook de lopende voorstelling van alle namen in het zand met de mogelijkheid om bijbehorende verhalen te beluisteren. Met eerbied wordt er in Zeeland gesproken over de 1835 + 1. Deze laatste is een baby zonder naam die dood gevonden is, maar die niet verbonden kon worden aan ouders.
Bizar om te zien dat het water slachtoffers heeft gemaakt tot in Dordrecht en Papendrecht toe. De internationale hulp was zo enorm dat er ongeveer 8 miljoen mensen mee geholpen hadden kunnen worden.
Er wordt niet alleen aandacht geschonken aan deze trieste geschiedenis, maar ook aan maatregelen die een dergelijke ramp hopelijk in de toekomst zullen voorkomen. Diverse waterprojecten komen voor het voetlicht. Een bijzonder museum dat zeer zeker de moeite van het bezoeken waard is.

We zijn ook op zoek geweest naar de plompe toren, die we overigens ook hebben gevonden. Op zich een bouwwerk dat niet heel bijzonder is. Wat wel bijzonder is, is dat deze toren het enige bouwwerk is dat nog overeind staat na de watersnood van 1953. Het maakte deel uit van het dorp Koudekerke. Het hele dorp is in de vloed weggevaagd, behalve deze toren. Dat op zich maakt het al de moeite waard om er even langs te gaan als je in de buurt bent.

Verder was er natuurlijk de onvermijdelijke, maar altijd plezierige strandwandeling, de lunches op diverse plekken, de kopjes koffie in strandtent of brasserie en zelfs pannenkoeken in de pannekoekenmolen van Burgh-Haamstede en een ditmaal kort bezoekje aan Zierikzee. Kortom, het was een heerlijk weekje waarin we veel buiten zijn geweest in de kou. Gelukkig scheen de zon regelmatig zodat het toch bij vlagen aangenaam was. Wij waren niet eerder in dit deel van Zeeland met vakantie geweest, maar hebben er met volle teugen van genoten.

Na de plezierige paasdagen is het nu dan toch weer tijd om een paar maanden te werken voordat de volgende vakantie zich aandient. Er wachten benoemingen in twee gemeenten, volop vergaderingen in gemeente en landelijke kerk, gesprekken en bijbelstudies, preekvoorbereidingen en kerkdiensten. De komende maanden zullen zich zeker niet lenen voor nietsnutterij en dat is goed, want dat betekent dat er ook in de gemeenten van alles aan de gang is. Een werkende gemeente is een bloeiende gemeente waar men weinig tijd heeft voor onenigheid, dus wat dat betreft moet het helemaal goed komen.

Nu nog zien of er nog wat tijd overblijft om af en toe een flinke wandeling te maken, want voor je het weet is het weer de derde week van juli. Nijmegen maakt zich alweer klaar voor een flinke massa wandelaars.

woensdag 20 maart 2013

Lachen

Het gebeurt niet heel vaak dat ik hardop moet lachen wanneer ik een boek aan het lezen ben. Deze week heb ik echter een hilarisch boek uitgelezen, geschreven door Jonas Jonasson met de titel "De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween." Ik had het boek al een tijdje in huis en heb het tussen de bedrijven door gelezen. Zoals dat wel vaker gaat met boeken, begin je er rustig aan en naarmate je verder leest, wil je weten hoe het verder gaat. Met dit boek was dat niet anders.

Jonasson is een journalist die zich nu ook op het schrijven van fictie heeft toegelegd. Voordeel is dat hij met zijn journalistieke achtergrond goed is ingevoerd in wat er in de wereld plaatsvindt en heeft plaatsgevonden. In ieder geval weet hij waar hij die informatie kan vinden.

Het boek leest als een modern sprookje. Allan Karlsson verblijft sinds kort in een verzorgingscentrum, tot groot verdriet van hemzelf. Vandaag wordt hij 100 jaar en dat moet gevierd worden vindt iedereen op de afdeling. Er komt zelfs een wethouder langs. Allan ziet het echter totaal niet zitten en besluit de benen te nemen. Hij klimt uit het raam en gaat er op zijn pantoffels vandoor. Hij heeft geen idee waarnaartoe, maar dat maakt hem ook helemaal niet uit. Het belangrijkste is dat hij weg is van het tehuis en van de verschrikkelijke zuster Alice. Hij komt aan op het station en wordt door een jongeman gevraagd op zijn koffer te passen. Als de jongeman naar het toilet is, arriveert er een bus en Allan besluit deze te nemen. Hij neemt ook de koffer maar mee. Daar blijkt nogal veel geld in te zitten en er ontspint zich een even hachelijk als hilarisch avontuur.

Het boek verspringt regelmatig van het heden naar het verleden, zodat we een interessante kijk krijgen op het lange en bijzondere leven van Allan. Als jochie lijkt hij op te groeien voor galg en rad. Zijn snelle babbel en zijn voorliefde voor springstoffen brengen hem regelmatig in de problemen, maar helpen hem vreemd genoeg ook op gezette tijden uit de brand. Allan reist zonder vooropgezet plan over de hele wereld en ontmoet zo'n beetje elke wereldleider die er enigszins toe doet. Voor iemand die eigenlijk het liefst in een strandstoel zit op een parelwit strand onder een parasol met een glaasje (of een fles) brandewijn, maakt hij de meest onmogelijke dingen mee. En dat gaat gewoon door, ook nu hij 100 is geworden.

Ik heb af en toe zitten hikken van het lachen. Een vreemde gewaarwording voor de andere kamergenoten die natuurlijk geen idee hadden waar het over ging. Ik heb niet geprobeerd het ze uit te leggen, aangezien dat meestal niet half zo leuk is. Gewoon zelf lezen is de boodschap. Van harte aanbevolen.

Ik denk dat ik volgende week maar eens in "Reizen zonder John" begin van Geert Mak, of misschien wel in "Jezus van Nazareth" van Joseph Ratzinger, dat ik inmiddels van de bibiotheek heb geleend. Van beide boeken verwacht ik wel het een en ander, maar niet dat ik er heel hard van moet lachen. Wie weet, misschien kom ik er in een volgende blog nog eens op terug.

woensdag 6 maart 2013

Veranderingen

Sinds enkele dagen doet het voorjaar zijn (of haar) best om te laten zien dat de winter op zijn retour mag. Zo van, 'het is lang genoeg koud geweest, nu is het mijn beurt.' Ik ben er blij mee. De sneeuw was mooi voor zolang het duurde, maar de gladheid en de kou hebben wel weer lang genoeg geduurd. 'Ruim baan voor de zon' zou ik zeggen. Toch laat de winter zich niet zonder slag of stoot aan de kant zetten, want het komende weekeinde belooft het weer flink kouder te worden. We houden het er maar op dat het de laatste stuiptrekkingen zullen zijn. Verandering van weer dus, uitstekend wat mij betreft.

Op de een of andere manier kom ik met het aftreden van Paus Benedictus XVI steeds opnieuw in aanraking met zijn trilogie over Jezus van Nazaret. Eerder is me dit werk nooit opgevallen, maar het lijkt wel alsof het plotseling via verschillende wegen op mijn pad komt. Grappig om te zien dat er dan in de protestantse traditie, waar ik uit kom, nogal terughoudend op gereageerd wordt. Het is immers wel de paus die deze boeken heeft geschreven, dus wat voor goeds zou daar in kunnen staan? Inmiddels heb ik wel begrepen dat hij een zeer heldere visie heeft over het leven en werk van Jezus Christus. Hij heeft Jezus kennelijk hoog zitten en schrijft hier met veel respect en inzicht over. Hoe meer ik erover hoor en lees, hoe meer ik het gevoel krijg dat ik deze trilogie in handen moet krijgen en lezen. Als het goed is, is het goed en dan maakt het niet uit wie het geschreven heeft, toch? Verandering van paus in aantocht. Benedictus XVI is vanaf nu weer gewoon Joseph Ratzinger. Je vraagt je toch af hoe dat voor hem zal zijn om tijdens zijn leven deze functie op te geven. Onwillekeurig ga je je opvolger toch met jezelf vergelijken. We zullen zien in hoeverre een volgende paus in staat is om de kerk te hervormen of juist in stand te houden volgens traditionele zienswijzen.

Datzelfde geldt uiteraard voor onze koningin die over anderhalve maand geen koningin, maar prinses zal heten. Zij mag toekijken hoe haar oudste zoon het stokje overneemt. Zou ze hem af en toe ook in zijn oor blijven fluisteren wat hij wel en niet moet doen? Of zal hij samen met zijn vrouw een geheel eigen gezicht tonen in het koningschap?
Sommigen vinden het koninklijk huis maar een raar instituut en absoluut niet meer van deze tijd. Persoonlijk vind ik het echter wel wat hebben. We leven in een tijd waarin steeds minder ruimte voor traditie en rituelen lijkt te zijn. Maar hoe ouder ik wordt, hoe meer waardering ik krijg voor juist datgene. Van mij mag het koningshuis blijven. En laten we eerlijk zijn; de politieke macht is inmiddels zover uitgekleed dat de functie grotendeels symbolisch is tegenwoordig. Een beetje traditie kan nooit verkeerd zijn. Verandering van koningschap, de tijd zal ons leren in hoeverre ook hier een eigen invulling mogelijk zal zijn.

In mijn werk zijn er ook veranderingen te bespeuren. Sinds een paar maanden draai ik actief mee in het landelijk bestuur van de kerk. Ik ben sinds vorige maand benoemd als de persoon die het thema 'rentmeesterschap' weer onder de aandacht van de mensen mag brengen in de kerk. Een uitdaging omdat juist in deze tijd van crisis ook voor de kerk de inkomsten teruglopen. Mensen geven tegenwoordig op basis van andere criteria dan pakweg veertig jaar geleden. Interessant om daarmee aan de slag te gaan. Uiteraard zijn deze nieuwe taken een aanslag op tijd en agenda naast de taken die er al waren. Daarom is besloten dat ik vanaf juni in een gemeente minder werkzaam zal zijn. Mijn collega die al ruim anderhalf jaar met mij meeloopt is per 1 maart officieel de predikant van Tilburg. Ik zal daar aan de zijlijn blijven meelopen tot zijn proponentschap (soort stageperiode) van 2 jaar voorbij is. Dat is het geval in juni en dan kan ik het stokje helemaal aan hem overdragen. Hij krijgt het trouwens druk want naast Tilburg wordt hij in nog een paar gemeenten aangesteld. Verandering van werksituatie dus. Leuk en uitdagend, maar ook weer jammer, want ik kom graag in de gemeente in Tilburg. Gedurende de afgelopen vijf jaar heb ik de mensen daar zeer leren waarderen (evenals die in mijn andere gemeenten) en het zal me zwaar vallen om hen weer los te laten. Gelukkig zijn zij in uitstekende handen bij mijn nieuwe collega. Regelmatig vraag ik me af wie er in de afgelopen periode meer geleerd heeft, hij of ik. In ieder geval was en is de samenwerking uitstekend en hij is zeker weten een goede aanwinst voor het predikantenkorps. Ik wens hem veel geluk bij zijn nieuwe werkzaamheden, evenals alle andere collega's, inclusief ikzelf, die met veranderingen in de werksfeer te maken krijgen.

Veranderingen, ze horen bij het leven. Soms proberen we ze tegen te houden, maar meestal blijkt na verloop van tijd dat we ook verandering nodig hebben om niet vast te roesten. Meestal blijken veranderingen en diversiteit een zegen te zijn. Ik hoop dat we met elkaar ook zullen proberen om dat zo te zien en te ervaren.

maandag 11 februari 2013

Carnaval

Zoals jullie misschien wel weten heb ik niets met carnaval. Ik heb me dan ook een aantal jaren geleden al ernstig zorgen gemaakt over hoe dat dan zou zijn als we ooit in Brabant gingen wonen. Het kwam mij in eerste instantie wel goed uit dat ons huis in Dordrecht maar niet verkocht werd. Ik vond het prima om boven de rivieren te blijven. Maar goed, uiteindelijk werd het huis toch verkocht en vertrokken we naar het Brabantse land. Daar wonen we alweer een half jaar met veel plezier. Ik moet dus meteen mijn initiele voorbehoud hier rechtzetten. Het is prima wonen in Brabant.

Maar ja, hoe zou dat gaan als het carnavalsgeweld eenmaal losbarstte? Eerlijk gezegd heb ik nauwelijks iets van carnaval gemerkt. Vrijdag liepen er een paar verklede kindjes op straat voor het schoolcarnaval, een voorproefje voor de vakantie. Op zaterdag heb ik welgeteld 1 overvolle bus met feestgangers gezien en een paar zotten in verkleedpakjes op de fiets. Gisteren en vandaag nog niets van carnaval meegekregen. Nou ja, behalve op het nieuws dan waar de burgemeester van Maastricht vooral een veilig carnaval bepleitte. En er zijn een paar winkels dicht waar ik toch al nooit kwam, dus wat maakt het uit?

Mijn conclusie is dan ook dat ik niets met het carnaval te maken hoef te hebben als ik het niet zelf opzoek, een geruststellende gedachte. Ik geloof dat ik met deze gewaarwording dan toch echt geland ben in het Brabantse. Ik blijf een jongen van boven de rivieren en dat schijnen ze hier wel best te vinden, ieder zijn ding.

Overigens is voor de meeste mensen het religieuze kantje van carnaval allang verleden tijd. Natuurlijk zijn er nog een paar trouwe kerkgangers die op de woensdag na carnaval voor het askruisje naar de parochie zullen gaan, maar voor de meeste mensen is het vooral een feest van gek doen en zuipen. Religie heeft daar helemaal niets mee te maken. Ook de sobere tijd die op het carnaval volgt, gaat aan de meesten totaal voorbij. Eigenlijk was dat de bedoeling van het feest. De voorraden zoveel mogelijk opmaken in een feestelijke stemming, voordat de sobere tijd voor Pasen begon. De 40 dagen voor Pasen zijn een voorbereiding op het lijden en sterven van Christus. Het is de tijd bij uitstek voor vernieuwde bewustwording over hoe je in het leven staat. Een tijd waarin het allemaal wel een beetje minder mag. Minder gericht op het zelf en meer gericht op de ander. Tijd voor meditatie en contemplatie (geestelijke overpeinzingen en bespiegelingen). Om dan vervolgens uit te komen bij Pasen, de verrijzenis van Christus uit het graf waarmee ons de verlossing van zonden en de verzoening met God worden aangezegd. Het leven mag weer ten volle geleefd en beleefd worden, dat is pas carnaval.

woensdag 23 januari 2013

Spoort niet

Het is me wat met die nieuwe Fyra. België is nooit verder weg geweest met de trein dan in 2013. Sterker nog, er rijdt niet eens een trein. Ja natuurlijk, je kunt de Thalys nemen, waarvoor je dan wel even de hoofdprijs moet neertellen. Het is ook mogelijk om per normale intercity naar Roosendaal te reizen en daar de trein naar Antwerpen te nemen. Vervolgens overstappen richting Brussel. Een ritje van een paar uur kan tegenwoordig gerust de halve dag duren. En dan moet je ook nog eens terug. Het winterse weer werkt ook al niet mee en laat de NS op halve kracht rijden. Ik zou voor de zekerheid maar alvast een hotelletje boeken als je van plan bent een dagje Brussel te doen.

Volgens AnsaldoBreda, de Italiaanse bouwer van de Fyra, kunnen de problemen binnen een paar dagen opgelost zijn. Tja, dat hebben we vaker gehoord. Volgens de Nederlandse en Belgische spoorbeheerders zal het wel iets langer gaan duren. België geeft de Italiaanse fabriek 3 maanden de tijd en anders bestellen ze de treinen af. Nederland denkt nog na over de maatregelen die genomen moeten worden. Met ons poldermodel duurt het sowieso altijd wat langer voordat er besluiten genomen worden.

Intussen roept reizigersorganisatie ROVER aan een stuk door dat ze de oude vertrouwde Beneluxtrein terug wil. NS wil daar echter niet aan, want daar is geen ruimte voor op het spoor. Den Haag wil die oude trein waarschijnlijk ook wel terug, want die stopte tenminste nog op station Hollands Spoor. Die Fyra stopt bijna nergens, behalve midden tussen de weilanden.

Ik weet te weinig van economische vraagstukken om de besluiten van de knappe koppen te begrijpen. Ik snap niet waarom we miljarden euro's uitgeven voor een kwartiertje tijdwinst. Ik begrijp niet waarom een trein ineens 250 km per uur moet rijden als je er met 140 km/u. ook kunt komen. Het zal wel economische voordelen bieden, al zie ik tot nu toe alleen maar ellende en rode cijfers. En als we dan iets nieuws beginnen, waarom gooien we dan het oude vertrouwde meteen bij het grofvuil. Nu gaat het mis en kunnen we niet meer terug, jammer.

Ach, zoals met alle nieuwe dingen, zal het na de opstartproblemen met de Fyra ook wel weer goed komen. Over een paar maanden is iedereen de ellende van nu vergeten en horen we niemand meer over die oude fijne Beneluxtrein (die ongetwijfeld ook weleens in het weiland is stilgevallen). Tja, wat bezielt de NS dan ook om midden in de winter met een splinternieuwe trein te gaan hobbyen. Had daarmee gewacht tot de sneeuw gesmolten was en het risico van blaadjes op het spoor minimaal. Maar ja, dit is Nederland, daar doen we het altijd een beetje anders.

donderdag 3 januari 2013

Alles rustig

Het viel allemaal weer reuze mee dit keer. Het regende gelukkig en daarom zijn er maar enkele tientallen aanvallen geweest op hulpverleners, zijn er maar een handjevol (of 2 of 3 handjesvol) politiemensen gewond geraakt, zijn er minder dan 200 mensen gearresteerd en meer van dat soort onzin.
Minister Opstelten heeft wat mij betreft groot gelijk als hij zegt dat we niet van een rustig en kalm verlopen Oud en Nieuw mogen spreken zolang er zich nog steeds tientallen, wat zeg ik, honderden incidenten voordoen. Het is toch te gek voor woorden dat we blij moeten zijn met een beetje regen omdat er dan minder mensen op straat rondlopen en er dus minder aanvaringen zullen zijn.

Wat is dit voor maatschappij waarin mensen denken dat ze ongestraft anderen kunnen lastigvallen, aftuigen of anderszins verwonden? Het wordt hoog tijd dat we eens met elkaar leren wat het is om werkelijk gezelligheid te ervaren onder familie en vrienden. We kunnen pas spreken van een rustige jaarwisseling als hulpverleners niet meer honderden keren hoeven uit te rukken om geweld de kop in te drukken of gewonden te verzorgen die met geweld te maken hebben gekregen.

Als ik al die koppen in de krant lees, dan moet ik constateren dat mijn jaarwisseling ronduit saai geweest moet zijn. Er is niets gebeurd! Ik was samen thuis met Sandra. Alle kinderen hadden andere dingen te doen en ook de ouders hadden hun eigen agenda. Samen! Een hele avond om elkaar het leven zuur te maken, in gevecht te gaan, met servies te gooien en elkaar vuurwerk naar het hoofd te smijten. Niets gebeurd van dat alles. Supersaai als ik de rest van de berichten moet geloven. Nou dat moet dan maar, want wij vonden het heerlijk. Een lekker rustige avond met ontspannen programma's, blokjes kaas, een beetje bowl, wat oliebollen en appelflappen en om middernacht hebben we elkaar liefdevol alle goeds toegewenst voor het nieuwe jaar. Hoe duf kan het zijn en hoe hebben we ervan genoten.

Op nieuwjaarsdag hebben we vervolgens ons traditionele rondje gemaakt langs ouders en kinderen. Eerst naar Doorn, naar mijn ouders. Claudia kwam daar ook naartoe, dus dat scheelde weer een ritje naar Zeist. Vervolgens naar Dordrecht om de beide zonen op te zoeken. Mark was bij vrienden geweest en logeert nu een paar dagen bij Patrick, dus dat was ook twee vliegen in een klap. Uiteindelijk terug naar Veldhoven waar we nog een bezoek aan mijn schoonouders gebracht hebben. En zo hebben we toch een flink deel van de mensen die ons dierbaar zijn alweer op de eerste dag van het jaar gezien en gesproken.

Inmiddels is het jaar alweer drie dagen oud en wordt er weer gewerkt. De eerste tekenen van zaken die niet helemaal volgens plan verlopen, hebben zich alweer aangediend. Ik verwacht dan ook dat ik me ook in 2013 niet zal hoeven te vervelen. En dat is maar goed ook want van verveling is volgens mij nog niemand gelukkig geworden. We gaan er weer voor. Ik hoop tussen het werk door ook in dit jaar weer de nodige wandelkilometers te maken en diverse boeken te lezen. Het zou ook mooi zijn als mijn blog iets regelmatiger verschijnt, maar daar doe ik voorlopig maar geen beloftes over.

Ik wens al mijn lezers veel geluk, gezondheid, plezier en zegen toe in 2013 (en ook iedereen die mijn blog niet leest).