woensdag 28 september 2011

Veranderingen

Gisteravond had ik een bestuursvergadering in Nijmegen waar taart werd geserveerd. Op mijn vraag wie er jarig was, werd er gemeld dat het eigenlijk rouwtaart was. Dat deed me goed aangezien het mijn laatste bestuursvergadering was in die gemeente (mijn opvolger is er overigens gewoon welkom, dus geen zorgen). Per 1 oktober begin ik aan een nieuw avontuur in Heerlen. Lekker naast de deur zal je denken en dat is natuurlijk ook (niet) zo. Het bijzondere fenomeen doet zich echter voor dat gemeente Heerlen onze enige kerkgemeente in heel Limburg is. Aangezien wij meestal gecombineerde taakstellingen hebben in de vorm van meerdere gemeenten, is het wel weer logisch dat Heerlen uiteindelijk bij mij terechtkomt, want Eindhoven is de dichtstbijzijnde gemeente voor hen. De collega die momenteel in Heerlen werkzaam is, heeft een fulltime taak op het landelijk kantoor en kan het niet meer bolwerken om er ook een gemeente bij te hebben. Daarom verlies ik Nijmegen aan collega Elise en zal in het diepe zuiden aan het werk gaan. Tegelijk blijven Eindhoven en Tilburg ook nog steeds onder mijn hoede. Gelukkig kan ik de komende anderhalf jaar nog samenwerken met collega Silbert die zijn proponentschap bij mij loopt. Een prima aanwinst voor de kerk en hard nodig ook aangezien er in de komende jaren weer een paar collega's met pensioen zullen gaan.

Tussen de drukke werkzaamheden door, maak ik ook nog regelmatig mijn wandelingetjes. 'Heb je daar wel tijd voor,' vragen leden me soms? Het antwoord is dan, 'Nee, maar ik maak er wel tijd voor.' Het wandelen helpt mij namelijk bijzonder om nieuwe energie op te doen en mijn werk op volle kracht voort te zetten. Zo ook deze week met een flinke wandeling in de buurt van Deurne. Voor het eerst sinds de 4daagse weer een echte wandeling gemaakt van een kleine 25 kilometer, heerlijk. Geweldig trouwens dat na drie maanden herfst de zomer eindelijk begonnen is.

Intussen ben ik ook begonnen in het boek van David van Reybrouck over Congo. Een dikke pil van ruim 600 pagina's. Van Reybrouck heeft een bijzonder prettige schrijfstijl en is beslist niet saai. Het boek leest lekker weg en is ook nog eens zeer informatief. Ik ben nog niet zo heel ver in het boek gevorderd, maar toch is er al een passage die mijn aandacht trok en mijn kijk op de slavernij verdiepte. Natuurlijk heb ik over de slavernij gelezen en de gruwelen van die tijd tot me genomen. Verschrikkelijk hoe er in die tijd met mensen werd omgegaan, simpelweg omdat ze een ander kleurtje hadden. Gelukkig ligt die tijd achter ons, hoewel, laten we de moderne slavernij ook niet uitvlakken. Nog steeds zijn er mensen die handelingen en werkzaamheden tegen hun wil en in onvrijheid moeten verrichten helaas.
De passage in het boek refereert aan de onmenselijke omstandigheden en voegt er een verdieping aan toe die ik tot nu toe steeds over het hoofd gezien heb. Van Reybrouck schrijft op pagina 58 van zijn boek het volgende:

'Van oudsher werd slavernij in Centraal-Afrika niet in de eerste plaats begrepen als een beroving van je vrijheid, maar als een ontworteling uit je sociale milieu.'
En even verder:

'Slavernij, dat was niet geknecht zijn, maar onthecht zijn, van huis zijn.'

Naast de misstanden en de onmenselijke behandeling kwam nog eens de onthechting. Weg van je familie, je dorp, je land. Weg van je geboortegrond. Een geestelijk leed dat misschien nog wel dieper sneed dan de fysieke pijn die hen werd aangedaan door hun beulen.

Ondanks crisis en economische malaise ben ik blij dat ik in een vrij land leef waar ik mijn eigen keuzes mag maken, met plezier mijn werk kan doen en tussendoor ook nog eens mijn wandelingen kan maken. Wat een zegen!